Zeevogels en zeezoogdieren
Vanaf 1984 wordt er op een gestandaardiseerde manier gegevens verzameld over de aantallen en verspreiding van zeevogels en zeezoogdieren in het Nederlands deel van de Noordzee, ook wel aangeduid als het Nederlands Continentaal Plat (NCP). Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de MWTL (Monitoring van de Waterstaatkundige Toestand des Lands).
Methode
De monitoring vindt plaats vanuit een vliegtuig (momenteel een tweemotorige Partenavia P68-C) met aan beide zijden een bolraam, waardoor er ook rechts naar beneden gekeken kan worden. Aan stuurboord en bakboord worden door twee afzonderlijke waarnemers waarnemingen ingesproken via een recorder, bij de waarnemingen wordt o.a. de exacte tijd ingesproken zodat die later gekoppeld kunnen worden aan de meelopende GPS. Er wordt op ongeveer 75m hoogte gevlogen en waarnemingen worden uitsluitend met het blote oog gedaan, bij goede omstandigheden zijn sterk gelijkende soorten (zeekoet/alk en visdief/noordse stern) van elkaar te onderscheiden.
De tellingen op het NCP worden uitgevoerd volgens een vaste methode op een vastliggende route, middels 19 transecten wordt het NCP doorkruist. Deze transecten zijn steekproeven waarmee door middel van een statistische exercitie een totale populatieschatting berekend kan worden. Daarnaast wordt ook de kustzone geteld, tot en met 2019 was er een vlakdekkend zigzag patroon uitgelegd grofweg tussen Cadzand en Rottum, vanaf 2020 is in de nauwere kustzone een veel dichter patroon met 89 kustdwarse transecten neergezet.
De tellingen worden zes maanden (augustus, november, januari, februari, april en juni) per jaar uitgevoerd.
Resultaten
Bovenstaand kaartje is van de augustus telling in 2020, hier is duidelijk het verschil te zien tussen twee soorten sterns. Links de Visdief; naast een kustsoort is het ook een pelagische soort in het najaar, waarbij de Bruine Bank een belangrijk foerageergebied is. De Grote Stern (rechts) is duidelijk meer kust gebonden is.
Zeekoeten zijn in de nazomer (links, augustus) vrij geconcentreerd in het noordelijk deel van het NCP wanneer zij met hun jongen vanaf de kusten van Groot-Brittannië en Scandinavië hierheen komen om te foerageren, gedurende de winter (rechts, november) wordt de verspreiding meer ‘uitgesmeerd’ en zijn ze ook in het zuidelijk deel aanwezig.
Contactpersonen
Deel dit project
Neem contact op
Floor Arts
Bioloog
Pim Wolf
Ecoloog
Recente rapporten
Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2022, januari en maart 2023
Dit rapport is het jaarlijks verslag van de telling van overwinterende eiders, zwarte zee-eenden, grote zeeeenden en toppers in de Nederlandse kustwat…
Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in december 2021, januari en maart 2022
Dit rapport is het jaarlijks verslag van de telling van overwinterende eiders, zwarte zee-eenden, grote zee-eenden en toppers in de Nederlandse kustwa…